‘Verenigd links’ geen alternatief als straks het kabinet valt

GroenLinks-PvdA wil strijdbaar blijven, maar bedient alleen nog maar de eigen achterban van theoretisch opgeleiden, waarschuwt Binnert de Beaufort in Trouw (23 november 2024). Daarmee gaat de partij de strijd tegen rechts bepaald niet winnen.


Het lijkt een kwestie van tijd voordat dit verdrietige kabinet valt. De geur van racisme en islamofobie in de Trêveszaal heeft niet alleen NSC-staatssecretaris Nora Achahbar verjaagd, maar ook het geweten geactiveerd van haar partijgenoten in de Tweede Kamer, Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger, die afgelopen dinsdag hun zetel opgaven uit solidariteit met Achahbar. Hoelang blijft de NSC dit kabinet nog steunen?

Niet in de startblokken

Maar als er straks nieuwe verkiezingen komen, staat de combinatie GroenLinks-PvdA dan in de startblokken om de macht van Wilders te breken?

Vooralsnog wijst niets daarop. ‘Aan alle linkse en progressieve mensen: verenig je’, postte het Instagram-account van GroenLinks-PvdA toen op 6 november bekend werd dat Donald Trump door een grote verkiezingsoverwinning president zou worden van de Verenigde Staten.

De post riep herinneringen op aan de reactie van GroenLinks-PvdA op de verkiezingsoverwinning van Geert Wilders in november vorig jaar. Toen riep de leider van de combinatie, Frans Timmermans, op om ‘de rechtsstaat te beschermen’. Andere partijtoppers van zowel GroenLinks als PvdA wilden dat links nu ‘strijdbaarheid’ zou tonen.

Nobel en vrijblijvend

Strijdbaar zijn, de rechtsstaat beschermen; even nobele als vrijblijvende kreten. Want aan wie zijn deze oproepen gericht? GroenLinks-PvdA bedient uitsluitend de achterban die ze al heeft en strategische kiezers die nu op andere linkse, dan wel links-liberale, partijen stemmen.

Ondertussen heeft een groot deel van de praktisch opgeleide kiezers allang zijn heil gezocht bij Wilders.

De partijtop van de PvdA lijkt zich hier geen zorgen over te maken. PvdA-leden die dat wel doen, en die daar keer op keer uiting aan geven in moties bij de ledenraad, krijgen steevast van het partijbestuur dezelfde halve waarheid: de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 waren enorm succesvol, want de combinatie GroenLinks-PvdA haalde 25 zetels, 8 zetels meer dan ze op dat moment in de Kamer hadden. Dus wat zeuren jullie nou?

Kritische PvdA-leden

Ja, wat zeuren deze kritische PvdA-leden? In het voorjaar van 2023, dus nog voor de lijstverbinding, waren PvdA en GroenLinks samen goed voor 25 zetels in de peilingen. Toen de partijen vervolgens onder één lijst meededen aan de verkiezingen wonnen ze 25 zetels. Daarmee is dus niet aangetoond dat de lijstverbinding zelf tot dit resultaat heeft geleid. Uit kiezersonderzoek van Ipsos bleek vervolgens dat GroenLinks en PvdA respectievelijk 30 en 40 procent van de kiezers waren kwijtgeraakt die bij de vorige parlementsverkiezingen nog op deze partijen hadden gestemd.
Ze kregen er strategische kiezers voor terug om alsnog tot die 25 zetels te komen. Maar per saldo verloor het linkse blok 18 zetels. Links werd én kleiner én door GroenLinks-PvdA gekannibaliseerd.

Twijfelende kiezers

Volgende feit: uit onderzoek van Ipsos blijkt dat de PvdA voorheen door kiezers links van het midden werd gepositioneerd, maar sinds de partij een lijstverbinding aanging met GroenLinks wordt zij gerekend tot radicaal-links en is daarmee minder aantrekkelijk geworden voor twijfelende kiezers in het midden. De partijtop van de PvdA wil liever niets weten van deze feiten, want die leiden maar af van het heiligverklaarde fusieproces.

De vraag rijst dan ook: wat willen GroenLinks en PvdA met die fusie bereiken?

Van de Democratische Partij in Amerika tot de sociaaldemocraten in Europa, ze staan met open mond te kijken hoe om hen heen populisten de macht grijpen. Tegelijkertijd omarmen ze de links-progressieve vendetta-retoriek (‘domrechts’) van mensen als Sander Schimmelpenninck. Zoals eerder Sigrid Kaag zich vertwijfeld afvroeg: “Wie zijn die mensen?” over de kiezers van Wilders.

Bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille constateerden in hun boek Diplomademocratie (2011) al dat theoretisch opgeleiden in andere werelden leven dan praktisch opgeleiden. Ze wonen in andere wijken, sturen hun kinderen naar andere scholen, zitten op andere sportverenigingen, kijken naar andere media, doen hun boodschappen bij andere winkels of laten hun boodschappen thuisbezorgen en gaan naar festivals die voor een groot deel van de bevolking onbetaalbaar zijn. Het zijn patronen die samenhangen met de nieuwe scheidslijnen in de samenleving langs de lijnen van opleiding. Er ontstaat een segmentatie, waarbij de hoger opgeleiden een steeds homogenere groep vormen, gevolgd door segregatie, omdat die homogene groep steeds meer op zichzelf leeft.

Daar ligt de taak voor sociaaldemocraten: de culturele kloof overbruggen tussen theoretisch en praktisch opgeleiden. Dat vraagt om een partij die in taal en cultuur openstaat voor beide groepen en die wordt geleid door nieuwe gezichten die gedreven worden door medemenselijkheid en het algemeen belang.

Weer de oppositie

Vooralsnog lijkt het er niet op dat uit de combinatie GroenLinks-PvdA zo’n partij wordt geboren. Dus als straks het kabinet valt, NSC wordt gedecimeerd, en Wilders op z’n minst net zo machtig blijft, zal GroenLinks-PvdA weer veroordeeld zijn tot de oppositie.

Dan zullen er weer dappere woorden komen over het verdedigen van de rechtsstaat, over het verenigen van ‘progressief’ Nederland, terwijl de samenleving verder uiteenvalt. Wellicht dat er dan vanzelf ruimte ontstaat voor een partij die niet per se wil dat links zich verenigt, maar dat links weer gaat groeien.

Vorige
Vorige

Rood Vooruit motie aangenomen met grootste verschil vóór

Volgende
Volgende

Oproep aan de Politieke Ledenraad