Beste Joop,

Wij zijn de bouwers van den tempel niet
Wij zijn alleen de sjouwers van de steenen
(Henriette Roland Holst uit het gedicht ‘Tusschen twee werelden’, 1923)

Een jaar lang schreef ik Brieven en de vraag is waar zijn we nu aangeland? Het begon eigenlijk met de basale vraag: wat is er met het gedachtegoed van de sociaaldemocratie aan de hand? Waarom verliest de PvdA zoveel invloed in het openbaar bestuur? En vooral waarom heeft de leiding van onze partij nog zo weinig vertrouwen in haar achterban? In het laatste congres (juni 2025) is het besluit gevallen om de partij op te heffen. En verder samen te gaan met GroenLinks. Een fusie, een nieuwe partij? Dat is nog niet helemaal duidelijk. Maar een voorstel voor het handhaven van een eenduidige sociaaldemocratische grondslag voor zo’n nieuwe partij werd door de leiding ontraden en verworpen. Hetzelfde gold voor het voorstel tot versterking van zeggenschap voor de leden bij het proces van de vorming van een nieuwe partij. Een raadselachtige uitkomst in een sociaaldemocratische partij. Op hetzelfde moment koos het congres van GroenLinks – ik vermeldde het reeds eerder – voor de grondslag van een nieuwe partij: de idee van ecosocialisme. De kern daarvan is, begrijp ik, afzien van economische groei, degrowth. Ik zou over de consequenties van dit ideaal nog eens nadenken. Die zijn enorm en met  name voor de houdbaarheid van de verzorgingsstaat.

Dit wordt de laatste brief in deze serie. Een reden om nog even terug te kijken. Het jaar begon met veel vragen, maar het eindigt als ik om me heen kijk in twijfel, ontgoocheling, breuk, een verdrietige tussenstand. Eigenlijk dringt zich voortdurend de vraag op: waar was ik al die jaren mee verbonden? Waar heb ik in geloofd en voor gewerkt? Dus tijd voor een balans: waar gaat het om en is er nog een toekomst.

Nu is verdriet in de politiek van alle tijden. Ik herinner me, Joop, een voorbeeld. Medio jaren ‘80 liep er in de partij weer eens een discussie over je opvolging. En in die tijd verlieten we, laat in de avond, samen het gebouw van de Tweede Kamer. Een medewerker van het partijbureau liep met ons mee en liet je weten dat er die week een kritisch artikel over je partijleiderschap in het partijblad Voorwaarts zou verschijnen. Je wist wat dit ging betekenen. Nieuw onrust in de partij, pijnlijke discussies. Je hoofd boog nog dieper naar beneden dan gewoonlijk al het geval was. Je had geleerd met kritiek te leven, sterker je groeide bij tegenspraak. Maar je kon slecht tegen verzet en weerstand uit de eigen partijfamilie. Toch ging je verder, ook als het soms even te veel of te persoonlijk werd. Ook in de huidige fase zie ik veel verdriet. Om het gegeven dat broederschap in eigen kring een holle frase lijkt. Om een band die wordt doorgeknipt. Verdriet om vervreemding van een partij die de bron en de reden van haar ontstaan verloochent. Ik zie en hoor het om me heen.

Terug naar de Brieven. Die gingen over verleden en toekomst van de sociaaldemocratie. Over authenticiteit en nieuwe wegen. Over waarden en de dagelijkse toepassing. Over de onzekerheid die over deze tijd heerst. Ik heb geprobeerd de vragen te bekijken in het breder verband van een transitie, een overgang naar een nieuwe tijd, waarin alles verandert.

Waar staan we nu?  De drie grote bedreigingen voor de sociaaldemocratie – ik schreef er uitvoerig over - worden gevormd door de hegemonie en dominantie van het fundamentele liberale marktdenken en de doorwerking daarvan naar de publieke sector; ten tweede de meritocratie – ‘mijn succes is mijn eigen verdienste’ –; en ten derde polarisatie als gevolg van het populisme. Het zijn hele sterke onderstromen in de samenleving en het venijn zit in de onderlinge wisselwerking. Wij hebben hierop in de afgelopen decennia geen echt antwoord weten te vinden. Sterker, onder onze ogen ontstond een nieuwe klassenmaatschappij, gescheiden werelden die langs elkaar leven. Tussen de klassen is geen gedeeld perspectief. Het is een grote tegenstelling met een halve eeuw geleden. Eerlijk delen stond toen voor een ambitie van meer gelijkheid, sociale huisvesting, emanciperend onderwijs, verbetering van de bestaanszekerheid voor de laagste inkomens en versterking van werknemersrechten. Was alles op orde? Verre van dat. Maar het gaat in de politiek in de eerste plaats om de richting waarop de maatregelen worden afgestemd. Vandaag zien we om ons heen omstandigheden – toenemende armoede, wooncrisis, slecht werk – die voor een steeds grotere groep uitzichtloos zijn. 

En de PvdA, hoe staat die ervoor? Hoe gaan we de geschiedenis in? Ik schreef eerder, dat we de electorale klap bij de verkiezingen van 2017 nooit te boven zijn gekomen. Ik voeg er nu aan toe: we hebben daarna ook nooit serieus geprobeerd om de sociaaldemocratie weer tot een relevante politieke factor te maken. Was het onmacht, onwil, slijtage door de tijd, gebrek aan kwaliteit? Ik weet oprecht niet wat de diepere oorzaak van dit falen is. Maar ik ben er zeker van dat de geschiedenis hard over ons zal oordelen. Namelijk vanwege een historische fout om de sociaaldemocratie als grondslag van een politieke partij los te laten. Want dat is wat er staat te gebeuren! En dit gaat over meer dan een politieke partij. Het gaat over de geschiedenis van anderhalve eeuw van de voortdurende ontwikkeling en vernieuwing. Het gaat om de evolutie van de sociaaldemocratische beweging, een van de grote politieke stromingen in Europa.  Eerst de SDAP en later de PvdA zijn de erfgenamen van het gedachtegoed van vrijheid, gelijkheid en broederschap, het begin van de moderne tijd en de Verlichting. 

Ik heb in meerdere Brieven stilgestaan bij de ontwikkelingen rond de PvdA, zoals ik die in de afgelopen jaren heb kunnen waarnemen. Al eerder waren er mislukte pogingen tot samenwerking met D66, GroenLinks en de SP.  In 2021 kwam het initiatief vanuit een groep leden en sympathisanten uit PvdA en GroenLinks. Het initiatief had geen inhoudelijke onderbouwing. Eerst samengaan en dan volgt de inhoud vanzelf.  Het begon met het toestaan van dubbelleden en samenwerking tussen fracties in het parlement, daarna volgde het besluit tot een gezamenlijke lijst met GroenLinks. Vervolgens zou er een discussie komen over alternatieven: een nieuwe partij, fuseren of zo doorgaan. Deze discussie werd afgeblazen en in plaats daarvan werd een referendum onder de leden gehouden over voor of tegen een fusie. De positieve uitslag werd uitbundig gevierd. Het feit dat bijna de helft van de leden niet meedeed aan het referendum of tegenstemde was geen onderwerp van nadere aandacht. Ik laat het haastwerk en gemanipuleer in de besluitvorming verder maar buiten beschouwing. Nimmer is er een mogelijkheid geweest om met elkaar na te gaan op welke wijze de PvdA zelfstandig verder zou kunnen. En hoe de samenwerking links van het centrum in het parlement versterkt zou kunnen worden. Echter in een democratische besluitvorming gaat het steeds over twee aspecten. De inhoud van het te nemen besluit en het proces hoe je dat bereikt. In dit geval een proces, zoals ik niet eerder heb meegemaakt en een sociaaldemocratische partij onwaardig. Ik heb ook gezien hoe de interne discussie steeds werd ontweken. De lijn was kennelijk ‘niet ingaan op kritiek of andere opvattingen’. Media die je niet aanstaan negeer je. Het discours beperkt zich tot ‘ik leg het nog eens uit’. Dus geen open en verkennend debat. En luisteren is iets anders dan tijdelijk je mond houden.

Is de sociaaldemocratische missie voltooid? Misschien wel als je naar sommige uitingen van sociaaldemocraten kijkt. Maar het wordt compleet anders als je van buiten naar binnen kijkt en de vraag stelt ‘voor wie en met wie houd je je in de politiek bezig’? Mijn goede vriend Bram Peper, socioloog met een brede politieke ervaring, maakte ooit een analyse die er in essentie op neerkomt ‘dat de dynamiek in een democratie steeds weer nieuwe ongelijkheid veroorzaakt’. Wat we om ons heen waarnemen is dat die dynamiek in een versnelling is gekomen en dus veel meer kans op ongelijkheid veroorzaakt. De paradox van deze tijd is dat verandering en versnelling niet automatisch voor iedereen vooruitgang met zich meebrengen. Er zijn winnaars en verliezers, kansrijken en kansarmen. Dat alleen al is het antwoord op bovenstaande vraag: nee, onze missie is ook vandaag buitengewoon actueel. Ik schreef aan het begin van deze Brief over de drie grote bedreigingen voor de sociaaldemocratie: het fundamentele marktliberalisme, de meritocratie en het oprukkend populisme. Zolang er sprake is van een sterke greep van het hedendaagse kapitalisme op economie en samenleving is een sterke sociaaldemocratische partij nodig. Met een nieuw gemeenschapsideaal moet de hegemonie van het meritocratische denken worden doorbroken. En tenslotte: grote waakzaamheid is geboden tegen oprukkend autocratische tendensen in de eigen samenleving. Het is de hoogste tijd voor versterking en handhaving van fundamentele regels in onze rechtsstaat en democratie. Kies voor de essentie. Moedig voorwaarts!


Dit is de dertigste en laatste van een serie brieven van Wim Meijer aan Joop den Uyl, in een zoektocht naar een inspirerend sociaaldemocratisch antwoord op de problemen van deze tijd.

Volgende
Volgende

Postscriptum: ‘Van Waarde’