Is de fusie al een feit?
Wat zeggen de peilingen over de politieke impact van een fusie? En op grond waarvan zegt Ipsos dat de fusie al een feit is? Verslag van een tv debat.
Deze week zat ik in de tv-uitzending van “Nieuws van de Dag”.
Het ging onder andere over de nieuwe peilingen, waar GroenLinks PvdA bij Maurice de Hond de grootste partij wordt (29 zetels) en bij 1-vandaag de derde partij (27 zetels).
Naast mij zat Peter Kanne van Ipsos. Hij duidde een en ander.
Nadat ik gezegd had dat het natuurlijk mooi was dat we in de peilingen stijgen memoreerde ik waar de winst vandaan komt. Dat we niet aan scorebord-journalistiek moeten doen.
De winst komt niet van de 30 zetels verlies van de huidige coalitiepartijen. We winnen geen weggelopen kiezers terug die teleurgesteld naar de PVV zijn afgedropen en die zich nu weer deels van Wilders afkeren. We winnen ook geen van de 19 zetels verlies van NSC.
We winnen wel schamele zetels binnen het links electorale deel. Het zijn vooral de hoogopgeleide en goed verdienende bubbelbewoners die op- en neer hoppen tussen PvdA-GL, D66, PvdA en Volt. De ene keer een paar zetels erbij voor PvdA-GL, de andere keer weer terug naar D66, PvdD of Volt. Frans Timmermans zei onlangs: rechts Nederland gaat alleen met links regeren als het echt niet anders kan. Om dat te bereiken moet links dus fors groeien en met alleen het verschuiven van zetels binnen ons linkse blok gebeurt dat niet. De aanhangers van RoodGroen moeten dat goed in de oren knopen. Maar toen kwam het addertje van de opiniepeiler. Hij zei letterlijk “de fusie met GroenLinks is al een feit”. Het was alsof ik het in Keulen hoorde donderen. Had ik soms iets gemist? Was de congresuitspraak op 21 juni al geregistreerd en werd die al uitgevoerd?
Na mijn woorden “het is (nog) geen feit” sprak hij de woorden “Nee, maar in de beleving is dat wel zo”. Dat dreunde aardig na bij mij. Tegenwoordig leven we in een maatschappij waar beleving te pas en te onpas eerder leidraad is dan een feit. Daar zijn tientallen verschrikkelijke voorbeelden van inmiddels, met grote maatschappelijke consequenties. Het is het gesel van deze tijd: meningen en belevingen winnen het zeer dikwijls van de feiten.
Het gelijk van de opiniepeiler moeten we in dit geval niet onderschatten. Waar ik ook word aangesproken op straat: overal hetzelfde verhaal: "We MOETEN wel fuseren om een tegenwicht te bieden tegen extreemrechts."
En toen werd ik wakker. Dát is dus het narratief van Frans Timmermans. De fusie-vorm boven de fusie-inhoud wisten we al: eerst een voornemen tot fuseren op het congres regelen en dan kijken we wel naar de inhoud: leden stemmen op een black-box. In de beleving is dat anders, maar het is een hard feit.
Ik denk dat het zo gaat als we niet heel goed uitkijken: congresgangers en leden gaan zich verheugen op een nieuwe, frisse (tegen-rechts)wind. Daar wordt het congres op georganiseerd. Op dat narratief. Het moet en zal op 21 juni het feest van de fusie worden. Het “linkse blok” tegen rechts: Nederland moet gered. Die uitkomst van de fusiegedachte is nu al “een feit”. Knap staaltje belevingsstrategie. Ik hoor het de partijvoorzitter nog tegen mij zeggen toen we met een delegatie van Rood Vooruit bij het partijbestuur waren: “Rob, het kan niet anders, we MOETEN fuseren” (letterlijke tekst).
Over bezwaren tegen de fusie zal in verbindende en zalvende rode en groene woorden worden gepraat op het congres. Je moet de tegenstanders immers wel serieus nemen.
We zullen zien of Timmermans gelijk had toen hij in een interview in de Balie tegen Melkert zei “jij vertegenwoordigt misschien 10 procent van de leden”. Feit? Fictie? Beleving?
We gaan het zien. Maar dat een opiniepeiler zegt “de fusie is al een feit” is op zijn minst een vervaarlijke beleving.