Links door het midden

In ons centrum-rechts gedomineerd land moet links zich richten op de sociaal-economische agenda. Merijn Oudenampsen meent in de Groene Amsterdammer dat de PvdA hierin al dertig jaar verzaakt. Ad Melkert reageert met een ingezonden brief en brengt de sociale resultaten onder de kabinetten-Kok in herinnering ter lering en inspiratie.


Merijn Oudenampsen: Dom links

Er was een tijd dat linkse politici ervan beticht werden dat zij zich blindstaarden op peilingen en focusgroepen. Vandaag de dag is het omgekeerde verwijt te horen. Links zou overlopen van goedbedoelde idealen, maar vergeet te kijken waar het electoraat zich bevindt. Wat steevast volgt is een pleidooi voor electoraal ‘realisme’ en een koersverschuiving op migratie. Onlangs legde Jesse Frederik het nog eens omstandig uit in een longread van De Correspondent. Bij verkiezingen zou links een ‘bevlogen domheid’ aan de dag leggen. In plaats van goed te kijken wat de kiezer wil, blijft links volharden dat de kiezer overtuigd kan worden van de correcte mening.

De linkse sociaal-economische agenda is het probleem niet, die geniet nog altijd brede steun. Het is vooral de culturele agenda – op onderwerpen als migratie en klimaat – die impopulair is bij het bredere publiek. De makke is dat kiezers GroenLinks-PvdA enkel nog met deze laatste agenda associëren. De partij wordt gezien als politiek uithangbord van cultureel-progressief Nederland. Zo win je natuurlijk geen verkiezingen, stelt Jesse Frederik op wat belerende toon. Hij schaart zich achter oud-PvdA-leider Ad Melkert, die zich keert tegen de linkse fusie en een sociaal-democratische middenkoers bepleit.

Een hoofdrol in de vervreemding tussen links en de kiezer speelt de steeds verdergaande culturalisering van de politiek. Niet de sociaal-economische strijdpunten bepalen het debat, culturele strijdpunten zijn allesoverheersend geworden. Om uit het defensief te komen, zou links het debat weer moeten kantelen en de sociaal-economische thema’s centraal moeten stellen. Op hoofdlijnen deel ik deze analyse. Sterker nog, het is een stokpaardje dat ik in deze Groene-column ook regelmatig heb bereden. Wat gaat er dan mis in de analyse van doorgewinterde realisten als Melkert en Frederik? Allereerst komen de sociaal-democraten er wel heel makkelijk vanaf. Ad en Jesse zien de migratie- en klimaatagenda van GroenLinks als hoofdverantwoordelijke voor het echec van links. Klimaatdrammers, halsstarrige kosmopolieten en naïeve wereldverbeteraars bederven het voor de rest.

Alsof de PvdA voor de fusie in blakende staat van gezondheid verkeerde. Wat geheel ontbreekt in de analyse is dat de PvdA al bijna dertig jaar de economische strijdbijl heeft begraven. De cultuurstrijd kon in Nederland enkel zo dominant worden omdat de PvdA er bewust voor koos om de sociaal-economische strijd te pacificeren, om te pacteren met de VVD in Paars en Rutte II. Het is juist de middenpolitiek waar Ad Melkert voor pleit die geleid heeft tot de huidige linkse onmacht.

Volgens Jesse Frederik zijn sociaal-economische thema’s moeilijker te politiseren omdat sinds de jaren negentig alle partijen de verzorgingsstaat zijn gaan omarmen. Hij citeert uit het partijprogramma van het CDA uit 1986, alsof hij iets heel bijzonders heeft gevonden: ‘De verzorgingsstaat is geleidelijk uit zijn krachten gegroeid.’ Als je denkt dat dit soort kritiek op de verzorgingsstaat uitgestorven is, weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen.

Ik moest aan de eerste drie kabinetten-Rutte denken, die de verzorgingsstaat wilden terugdringen en omvormen tot ‘participatiesamenleving’. Of aan dit citaat uit 2012: ‘Vanaf Thorbecke is onze verzorgingsstaat alleen maar gegroeid en wij zijn er ook allemaal nog helemaal op ingesteld om alles meer te laten zijn. Maar door de financiële crisis, de economische crisis, maar ook door de verandering van de samenstelling van onze bevolking, houdt dat nu allemaal op.’ Het is PvdA-leider Lodewijk Asscher die de verzorgingsstaat verbeurd verklaart.

Dat sociaal-economische thema’s de afgelopen tijd niet gepolitiseerd werden, ligt niet zozeer aan de rechtse steun voor de verzorgingsstaat. Het komt door het grote sociaal-democratische verzaken. Dat mensen sociaal beleid als armoedebestrijding, volkshuisvesting en bestaanszekerheid niet onmiddellijk met de PvdA associëren, dat rechtse partijen als PVV en NSC die thema’s hebben kunnen kapen, is niet los te zien van het feit dat de PvdA dit allemaal grondig heeft verwaarloosd. Daarnaast vrees ik dat een strenger migratiebeleid minder zal opleveren dan de realisten denken. Het is tenslotte al eerder geprobeerd. Job Cohen introduceerde de toen strenge Vreemdelingenwet in 2000. Diederik Samsom profileerde zich met de Turkije-deal in 2016. In beide gevallen volgden epische verkiezingsnederlagen.

Je moet niet enkel een populair verhaal hebben, iets wat aansluit bij waar kiezers al staan. Het zal vooral ook een offensief verhaal moeten zijn. Om de cultuurstrijd te doorbreken, moet je immers de agenda kunnen bepalen en andere tegenstellingen op de voorgrond plaatsen. Het heeft geen zin om in de Tweede Kamer dingen te gaan roepen waar iedereen het grosso modo mee eens is. Nodig is eerder links populisme dan popularisme.

Alleen heb je dan wel een tegenstander nodig die zich niet verliest in de cultuurstrijd. It takes two to tango. De grote vraag is niet waarom links zo dom is, maar eerder waarom de VVD al anderhalf jaar een politiek bedrijft die hoofdzakelijk de PVV in de kaart speelt.

Gepubliceerd in De Groene Amsterdammer

Ad Melkert: Doeltreffend links

De toekomst van links is verbonden aan haar vermogen de sociaal-economische agenda tot dominante factor te maken. Daarover ben ik het gloeiend eens met Merijn Oudenampsen in de rubriek In Den Haag van 9 december. Dat zal in ons centrum-rechtse meerderheidsland alleen maar kunnen door het politieke midden. Het is dan ook niet die "middenpolitiek waar Ad Melkert voor pleit die geleid heeft tot de huidige linkse onmacht". Het is de combinatie van besluiten onder Rutte II die een groot deel van de achterban van de PvdA heeft vervreemd en van de daaropvolgende vlucht in de armen van GroenLinks die op harde electorale grenzen stuit.

Onder paars heeft de middenpolitiek wel gewerkt, zij het na zware politieke strijd. Oudenampsen zal zich zeker herinneren dat ik bij de aanbieding van het onvolprezen standaardwerk Neoliberalisme moest wijzen op cruciale omissies in de waardering van de rol van de Partij van de Arbeid. Zoals het vasthouden aan de algemeenverbindendverklaring van cao’s, het tegenhouden van verlaging van het minimumloon, het met steun van vakbeweging en werkgevers gevonden evenwicht tussen arbeidsmarktflexibiliteit en -zekerheid, de hernieuwde koppeling van de uitkeringen aan de loonontwikkeling, het agenderen van armoede in Nederland en de succesvolle herintegratie van langdurig werklozen. De sociaal-economische agenda stond dus voorop. Bij de verkiezingen in 1998 kregen centrum-linkse partijen 75 zetels, uniek in de parlementaire geschiedenis. 

De terugslag in 2002, gevoed door de mediafascinatie voor Fortuyn, toonde het potentieel van een cultuurstrijd die zich echter bij de verkiezingen acht maanden later niet doorzette (met de PvdA terug van 23 naar 42 zetels). Het cultuurthema domineerde wel in 2023 met een voor centrum-links treurig dieptepunt (47 zetels) en dus linkse onmacht – niet ondanks maar mede dankzij de gemeenschappelijke lijst van GroenLinks-PvdA. Inmiddels blijkt uit kiezersonderzoek dat deze combinatie op een electoraal plafond stuit. Het is dus urgent om ten halve te keren in plaats van ten hele te dwalen. Dat vraagt inderdaad een ‘nieuwe Partij van de Arbeid’ om in en met het politieke midden bruggen te slaan tussen hoger en praktisch opgeleiden, middeninkomens en uitkeringsgerechtigden; en bij te dragen aan maatschappelijke consensus over arbeidsmigratie, asielprocedures en het tegengaan van illegaal verblijf. Naarmate dit lukt zal weer ruimte ontstaan voor sociale kwesties in plaats van ‘verdergaande culturalisering’ in het centrum van de politieke aandacht; en als basis voor meerderheidsvorming rond het midden als alternatief voor toenemende polarisatie.

Gepubliceerd in De Groene Amsterdammer

Vorige
Vorige

PvdA: van paars via blauw naar groen

Volgende
Volgende

“Het cadeau van de eeuw voor rechts”