Terugblik congresdag

Gemengde gevoelens bij de congresdag van PvdA en GroenLinks op 20 april 2024 in Apeldoorn. Een inspirerende opkomst en tegelijk ontbrekende ruimte voor debat over verloren kiezers. Te veel groen en te weinig rood. Commentaar.


Partij van de Arbeid: waarheen, van wie, voor wie?

Het hoopgevende was de grote opkomst en de mix van generaties die de steun en motivatie voor een progressief alternatief toonden in een tijd vol verontrustende ontwikkelingen.

Toch was het een gemiste kans om het verkiezingsresultaat van 22 november 2023 te evalueren en grondig na te gaan welke aantrekkingskracht uitgaat van de samenwerking op welke groepen van kiezers. En hoe, bij het ongekend lage resultaat van alle partijen van centrum-links, verloren en dolende kiezers weer kunnen worden teruggewonnen. Dat vraagt bundeling van krachten rond het maatschappelijke en politieke midden. Want dat is tegenover extreem-rechts het enig realistische alternatief.

De aandacht ging echter meer uit naar de volgende fases in de samenwerking tussen PvdA en GroenLinks. Dat leidde tot het aannemen van een motie voorgesteld door het partijbestuur, met als kernpunten:

  • Er is behoefte aan “duidelijkheid en een helder tijdpad”

  • De inhoudelijke en organisatorische samenwerking moet worden versterkt

  • “Verschillende vormen die een toekomstige samenwerking kan aannemen (blijvende alliantie, nieuwe partij of fusie)” moeten worden verkend.

  • Besluitvorming volgt in de tweede helft van 2026 na een jaar van ledengesprekken in 2025.

Deze aanpak door het partijbestuur sloot aan op de bestendige koers die onder het mom van een open proces steeds weer de ruimte schept om van de samenwerking een zichzelf vervullende voorspelling te maken uitmondend in een fusie. 

Op dat punt maakte de succesvolle roodgroene lobby opnieuw gebruik van de ruimte die door de procesmanagers van het partijbestuur was geschapen door alle afdelingen op te roepen om uiterlijk november dit jaar “een (bij voorkeur online) ledenraadpleging te organiseren over het wel of niet met GroenLinks deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen.” Ook deze motie werd met steun van het partijbestuur, aangenomen. Het is een volgende stap in de ‘referendummisering’ die voorstanders aantrekt en in de plaats treedt van bredere discussie.

Zo is het gegaan met het aanwijzen van (de groen gewaardeerde) Bas Eickhout als lijsttrekker bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni – die (pas) daarna ook werd aangewezen als een van de twee Spitzenkandidaten van de Europese Groenen. Had het kiezersonderzoek na de Tweede Kamerverkiezingen niet te denken gegeven dat meer “groen” en “klimaat” de band met de modale arbeider (werknemer of zzp) en mensen met lagere inkomens echt niet gaat herstellen? Wie heeft er eigenlijk wat mee gewonnen door in de campagne (de rood gewaardeerde) Mohammed Chahim in een bijrol te plaatsen? 

En…hoe was het mogelijk dat op de congresbanieren het “S woord” ontbrak?

Vorige
Vorige

De essentie van sociaaldemocratie

Volgende
Volgende

Federatie in plaats van fusie