Beste Joop,
De tijd dringt. Terwijl de samenleving verder polariseert, blijven fundamentele vragen onbeantwoord. Hoe herstellen we vertrouwen, versterken we sociale samenhang en bieden we perspectief aan degenen die dat het hardst nodig hebben? In deze brief wil ik je meenemen naar de kern van onze uitdaging vandaag: het vernieuwen van de sociaaldemocratie. Niet door fusies of politiek rekenspel, maar door terug te keren naar waar het om draait: mensen verbinden, ongelijkheid aanpakken en de democratie versterken. Het is tijd voor een omslag – een nieuwe koers die recht doet aan de uitdagingen van vandaag en de hoop voor morgen.
De vorige brief eindigde ik met de constatering van de socioloog Bram Peper, dat in de huidige open en dynamische democratie voortdurend nieuwe ongelijkheid ontstaat.
Het was altijd een vaardigheid van de sociaaldemocratie om ongelijkheid op te sporen en op de politieke agenda te plaatsen. Maar die opgave is veel complexer geworden. Want naast de klassieke politieke links-rechts tegenstelling zien we een nieuwe as ontstaan van globalisten en communitaristen. Links was altijd voor meer gelijkheid en rechts voor meer vrijheid. Globalisten staan voor een meer open en dynamische samenleving, terwijl communitaristen zich meer richten op traditionele waarden, de eigenheid en het lokale belang.
Twee decennia geleden signaleerde Kim Putters, destijds directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, de snelle sociale en economische veranderingen en de gevolgen voor de sociale indeling van de bevolking. Hij schreef over het ontstaan van een nieuwe kansarme klasse en introduceerde het begrip ‘precariaat’ in de Nederlandse literatuur. Hij wijdde er ook een boek aan onder de titel ‘Veenbrand’ (Prometheus 2018). We waren dus gewaarschuwd.
Nog dichter bij huis kwam in 2013 Monika Sie, met haar collega’s van de Wiardi Beckman Stichting, met een rapport ‘Van Waarde’ (Van Gennep 2013). Met een groot aantal gesprekken met mensen in allerlei beroepen en verspreid over het land over de nieuwe sociale werkelijkheid. Het rapport analyseerde de gevolgen van grote transformaties in de economie en de weerslag daarvan in de sociale verhoudingen. Flexibilisering en deregulering rond de arbeidsmarkt werden scherp in beeld gebracht. Op de verkenning volgden aanbevelingen over bestaanszekerheid, goed werk, verheffing en binding.
Helaas, de ernst en de urgentie drongen onvoldoende door en consequenties werden niet getrokken. De toenmalige leiding van de partij gaf alle aandacht aan de uitvoering van het regeerprogramma van het kabinet Rutte 2. De analyse en aanbevelingen van het rapport Van Waarde verdwenen naar de achtergrond. Beide studies – van Putters en Sie – hadden een belangrijke voorspellende waarde. De nieuwe sociale en economische verhoudingen – als gevolg van wereldwijde dynamiek – kondigden zich aan in sterk veranderende electorale voorkeuren. De uitkomst van de verkiezingen in 2017 - en later in 2021 - was dramatisch.
De PvdA miste de aansluiting op een diep ingrijpende sociale ontwikkeling. De gevolgen van een snelgroeiend precariaat en van een bedreigde middenklasse. Ook de opkomende tegenstellingen tussen de grote steden, de groeipolen, en de regio - in het bijzonder de krimpgebieden - waren niet in beeld. Mede daardoor hebben we de opkomst van de lokale partijen nooit goed ingeschat en daarop ook geen antwoord gevonden. En de populisten zijn ook zwaar onderschat. Het politieke landschap is totaal veranderd. De PvdA kreeg bij de gemeenteraadsverkiezingen in het verleden met enige regelmaat rond de 30% van de uitgebrachte stemmen. Dat is teruggevallen naar circa 7,5%. In twee decennia namen de lokale partijen in de gemeenten de oorspronkelijke positie van de PvdA over. Ogenschijnlijk heeft de PvdA deze ontwikkeling met een zekere gelatenheid over zich heen laten komen. Verder onderzoek naar de oorzaken en interne discussie over een nieuwe strategie werden ontweken. Wat de reden daarvan is blijft tot op de dag van vandaag een raadsel.
Er is momenteel een sterke tendens om nieuwe kracht te verzamelen in een fusie met GroenLinks. Is dat het antwoord op de uitdagingen of een vlucht vooruit? Wat levert het op? Naar alle waarschijnlijkheid – dat vinden we terug in kiezersonderzoek – een partij met overwegend een aanhang onder de hoger opgeleiden. De oorspronkelijke kiezers uit de arbeidersklasse zullen steeds meer afhaken. Voor hen heeft een dergelijke partij geen boodschap. Is de missie van de sociaaldemocratie daarmee voltooid? Dat kan niet waar zijn, als je goed kijkt in welke richting de samenleving zich verder dreigt te ontwikkelen. Een eventuele fusie, waarover nu wordt gesproken, is een optelsom van zetels in het parlement, maar geen weerslag van en – niet geënt op - de ontwikkelingen in de samenleving. De fusieverkenning speelt zich vooral af tussen de vertegenwoordigers in de gekozen organen en het kader van de partij, maar is niet gericht op en sluit niet aan bij de ontwikkelingen in de nieuwe klassenverhoudingen. Het is een volslagen intern debat. Kiezers, voormalige kiezers, ja zelfs een groot deel van de leden, maken geen deel uit van de discussie over de koers van de PvdA. Het is geen goed doordacht concept over hoe de sociaaldemocratie haar politieke opdracht naar mensen moet invullen. Eerder een mismatch. Er zijn voldoende middelen voor parlementaire machtsvorming met gelijkgezinden. Daarvoor hoeft de PvdA niet te worden opgeheven. Integendeel!
Joop, dit is een belangrijk moment. We moeten een omslag maken, een tegenbeweging opzetten. Een inzet plegen om de klassentegenstellingen te overbruggen want anders worden de onderlinge verschillen groter en de polarisatie feller. De gevolgen daarvan zullen de sociale stabiliteit – een waardevol kenmerk van ons land – onvermijdelijk ernstig verstoren. Er is een uitgesproken politieke wil nodig in de richting van meer gelijkheid. En de zekerheid van een fatsoenlijk bestaansminimum als men tijdelijk of gedurende lange tijd niet in staat is om te werken.
Het gaat om maatregelen die mensen bevrijden van afhankelijkheid en in staat stellen om naar de toekomst te kijken. Zonder dat gaat er niets in beweging komen, ontstaat er geen vertrouwen en komt er geen herstel van samenhang en verbinding tot stand. Deze inzet moet verbonden worden met een mentale slag in de richting van meer onderling vertrouwen en verbinding tussen burgers. En meer respect en waardering voor mensen die dagelijks de vernedering voelen.
En na een tijdperk van het loslaten van regels en waarborgen voor zekerheid is er behoefte aan een nieuwe koers. Met beleid dat een zekere voorspelbaarheid kent waardoor de burger zelf weer meer greep krijgt op zijn leven en omgeving. De sociaaldemocratie moet het idee van het algemeen belang en de versterking van de democratie nieuwe impulsen geven. En een gemeenschapsideaal uitdragen, waarin mensen op elkaar betrokken zijn, beschermen en tegelijk stimuleren tot verdere ontwikkeling.
Er is bovenal behoefte aan een zelfbewuste overheid die het tempo van verandering weer op een ordelijke en vertrouwenwekkende manier aanstuurt. Die bouwt aan een publieke ruimte en een sterke infrastructuur op terreinen als zorg, onderwijs, wonen, mobiliteit en cultuur. Die de burger meer mogelijkheden biedt voor zelfbeheer en zelfbestuur. Onmisbaar is ook dat de overheid - in de context van het Europese kader - helder de inhoud van de nationale soevereiniteit vastlegt. Waarover willen we in eigen land kunnen blijven beslissen? Onderdeel daarvan is de bescherming van onze verzorgingsstaat. En zeker ook een strikte controle op de internationale en nationale regels voor toelating van mensen van buiten de grenzen. Humaan, doch duidelijk.
Joop, je had in de jaren ‘70 ervaring met de komst van de mensen uit Suriname en Chili en later met de Syrische christenen. Ook dat ging niet zonder discussie en weerstand. Maar toen en nu gaat het in essentie om een oproep tot redelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Maar daar is een sterk verhaal voor nodig. En dat is er nog niet.