Beste Joop,
Onze partij, de Partij van de Arbeid, bezint zich op haar toekomst. Beter gezegd: de partij oriënteert zich op de vraag met welke andere partij ze die toekomst wil ingaan. Een nieuwe partij oprichten, een fusie of doorgaan met de huidige vorm van samenwerken. De vraag naar het belang om als zelfstandige, sociaaldemocratische partij door te gaan staat niet op de agenda. Merkwaardig. Dus alle reden om na te gaan wat er aan de hand is.
We beginnen in 2017 bij de grote verkiezingsnederlaag. Niet in deze omvang voorzien, noch verwacht. Wat waren de feitelijke omstandigheden waardoor de PvdA een groot deel van haar achterban is kwijtgeraakt? Welke grote maatschappelijke en politieke verschuivingen hebben vanaf het begin van deze eeuw plaatsgevonden? Waarom heeft de PvdA dit niet tijdig gezien en gereageerd? Merijn Oudenampsen analyseerde in zijn boek ‘De conservatieve revolte’ (2018) de oorzaken van de maatschappelijke en politieke omwenteling naar nieuwrechts. Kim Putters, toen directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, begon zo’n vijftien jaar geleden met publicaties over de smeulende polarisatie in de samenleving en heeft er later een boek ‘Veenbrand’ (2019) aan gewijd. Monika Sie en haar collega’s bij de WBS deden uitvoerig onderzoek op basis waarvan het rapport Van Waarde in 2013 aan de partij werd aangeboden. Een rapport met een oproep tot een nieuwe koers en aandacht voor de snelle groei van de nieuwe achtergestelden. Inzicht voldoende in de ingrijpende veranderingen in ons land. Maar het landde niet in de politiek van de PvdA. De groep waarvoor de PvdA ooit is opgericht was en is buiten het blikveld geraakt. In 2021 zagen we een herhaling van de uitslag van 2017. Opnieuw geen herstel van de relatie met onze kiezers. Binnen twee decennia heeft een groot deel van onze oorspronkelijke achterban afscheid genomen.
Intussen werd in de Tweede Kamer de samenwerking met GroenLinks geïntensiveerd. Tijdens de formatie in 2021 gaf premier Rutte aan dat hij twee linkse partijen er een te veel vond. Waarop, kort daarna, de fracties van GroenLinks en PvdA besloten samen te gaan. Dat kreeg bevestiging in 2023 door bij de verkiezingen met een gezamenlijke lijst GroenLinks-PvdA te komen. Wat valt over deze gang van zaken te zeggen?
De fracties van GroenLinks en de PvdA in de Tweede Kamer hebben sterk hun stempel op de vorm van samenwerking gedrukt. Vanuit de gedachte van een goede taakverdeling van de parlementaire werkzaamheden valt voor samenwerking veel te zeggen. Maar dat vervolgens het besluit werd genomen om met een gemeenschappelijke lijst aan te treden lag minder voor de hand. De afdelingen in het land - de basis van de partij - waren zeker niet overal zover. En duurzame steun van de kiezer was ook nog niet vastgesteld. Het gebrek aan consistentie werd pas echt duidelijk bij de Europese verkiezingen. Een gemeenschappelijke lijst waarvan de gekozen parlementariërs vervolgens weer in twee Europese groepen uiteenvielen. Een Nederlandse lijstaanvoerder die op dit moment leider van de Groenen is. De logica is wel een beetje zoek.
De afgelopen twintig jaar is de PvdA steeds meer onder druk gekomen door de gevolgen van het marktliberalisme. Het resultaat is dat we politiek sterk in het defensief zijn gedrongen. We hebben ons niet weten te ontworstelen aan de overheersing van deze variant van het liberalisme. Sterker: we hebben in het kabinet Rutte 2 meegewerkt aan bezuinigingen op of afschaffing van herkenbare en voor onze kiezers essentiële voorzieningen. We hebben daarbij geen sterk eigen verhaal. En mede daardoor zijn we uit het zicht geraakt bij onze oorspronkelijke kiezers. Het zijn niet de sociaaldemocratische beginselen die ons dwarszitten; ze zijn vandaag even actueel als in het verleden. Het is de partij die haar relevantie voor een belangrijk deel van de kiezers heeft verloren. Is het tijdperk van de sociaaldemocratie voorbij? Zo ja, hoezo dan? Doen de beginselen van de sociaaldemocratie er niet meer toe? Is de partij kansloos geworden? Waarom dan? Waarom is een groot deel van de ooit trouwe kiezersaanhang afgehaakt? Wat gaan we doen om dat te herstellen? Hebben de verschillende sociale klassen nog gemeenschappelijke waarden? Zijn we als partij nog wel een volkspartij, een goede afspiegeling van alle lagen van de bevolking? Hoe ziet dat eruit? Daar hadden we het over moeten hebben na de verloren verkiezingen. De antwoorden komen niet vanzelf en helemaal niet als reflectie en discussie uit de weg worden gegaan.
Intussen hebben we ons gericht op onderwerpen als een fusie of een nieuwe partij. En daarbij gaat het vooral over de procedurele stappen. Er ligt geen analyse op tafel waaruit duidelijk wordt dat een partij nieuwe stijl ‘linksprogressief’ het antwoord vormt op de politieke uitdagingen van dit moment. Evenmin is er zicht op nieuwe gemeenschappelijke en fundamentele beginselen en maatschappelijke positionering. Dat wordt weliswaar in het vooruitzicht gesteld, maar is niet voorhanden. Er worden op dit moment voortdurend nieuwe feiten gecreëerd, met behulp van de digitale communicatie. De partijgenoten moeten nog even wachten voordat ze bij de besluitvorming worden betrokken.
De grote vraag is of de standpunten van de partij nog steeds sporen met de onzekerheid, zorgen en angsten van onze traditionele achterban. Wij zijn samen met GroenLinks intussen de partij van klimaat en biodiversiteit, terwijl veel van de voormalige trouwe kiezers de vraag stellen of ze, financieel gezien, het eind van de maand zullen halen.
Merijn Oudenampsen beschrijft in zijn eerdergenoemde boek hoe in het huidige politieke klimaat de markt van liberale stromingen de toon weet te zetten. Kort samengevat: het nieuwe rechts vermomt zijn politiek als een vorm van nuchter realisme, gezond verstand, de natuurlijke orde. Ongelijkheid is natuurlijk, herverdeling is kunstmatig, culturele homogeniteit is natuurlijk, de verzorgingsstaat is kunstmatig, gezag is natuurlijk, tegenspraak is kunstmatig. In alles een tegenpool van linkse politieke en culturele opvattingen. Maar het is een hardnekkig frame dat krachtig is verspreid en meer aanhang heeft gekregen dan menigeen had voorzien.
De voorstellen die er nu liggen hebben twee grote bezwaren: politiek inhoudelijk en vanuit machtspolitiek gezichtspunt. Daarover schrijf ik je in een volgende brief, die snel komt. Want de tijd dringt.