Beste Joop,

De sociaaldemocratie in Europa wankelt, Nederland vormt daarop geen uitzondering. Terwijl onzekerheid en ongelijkheid groeien, lijkt de PvdA de kern van haar missie uit het oog te verliezen. De mogelijke fusie met GroenLinks roept een prangende vraag op: verliest de partij daarmee haar identiteit en bestaansrecht als hoeder van sociaaldemocratische waarden?

Is dit een wenselijke stap richting hernieuwde invloed, of zetten we honderddertig jaar geschiedenis op het spel? Het antwoord bepaalt niet alleen de toekomst van de partij, maar ook van de mensen voor wie zij ooit werd opgericht.

In vorige brieven sprak ik mijn zorg uit over de ontwikkelingen in de partij. Dat is niet typisch voor de Nederlandse situatie. Ook in andere Europese landen verkeren sociaaldemocratische partijen in moeilijkheden. De oorzaken zijn veelal dezelfde: de opkomst van radicale stromingen in een overwegend naar rechts tenderend politiek klimaat. En het ontbreken van een adequaat verhaal in een tijd van toenemende onzekerheid over de eigen leefomgeving en de gevolgen van de internationale spanningen.

De PvdA heeft na 2012 geen goede verkiezingsresultaten meer geboekt, met uitzondering van de overwinning van Frans Timmermans bij de Europese verkiezingen in 2019. De toenmalige leiding dacht dat het tij gekeerd was, maar in 2021 bleek het tegendeel. De partijtop zocht een alternatief. Dat werd gevonden in een vorm van samenwerking met GroenLinks. De samenwerking verbreedde zich. Nu staat de partij voor ingrijpende beslissingen, die ook het einde van de partij op sociaaldemocratische grondslag in Nederland zou kunnen betekenen. Voor mij een reden om mijn bezorgdheid in een brief aan de leider van de Tweede Kamerfractie en het Partijbestuur te richten:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamerfractie Groenlinks-PvdA en de Voorzitter en leden van het Partijbestuur van de PvdA.

Waarde partijgenoten,

Sinds 1958 ben ik lid van de PvdA en heb in al die jaren wel eens reserves gehad ten aanzien van het beleid van de partij, maar nog nooit een brief gericht aan het partijbestuur. Maar nu is voor mij de situatie ingrijpend veranderd. Ik maak mij ernstige zorgen over de voorstellen die u hebt aangekondigd over het toekomstige samengaan met GroenLinks. Aanvankelijk ging het om een samenwerking, daarna werd het een brede samenwerking. Inmiddels ligt het voorstel tot een keuze uit “een fusie, een nieuwe partij of blijvende alliantie” op tafel. Mogelijk gaat u in de loop van dit jaar daarover verdere voorstellen aan de achterban voorleggen. Tot mijn diepe teleurstelling laat u geen ruimte voor een zelfstandige voortzetting van de PvdA als sociaaldemocratische partij. Nog nergens heb ik van u een redengeving voor deze keuze gelezen of gehoord. Honderddertig jaar geschiedenis van de sociaaldemocratische beweging verdient een zorgvuldiger en respectvoller behandeling.

U laat wel de mogelijkheid open van een voortzetting van de huidige vorm van samenwerking, zoals bij de laatste Europese verkiezingen met GroenLinks. Een GroenLinks-PvdA fractie in Nederland verkozen gaat vervolgens in Brussel uiteen in twee verschillende politieke stromingen. Een Nederlandse lijstaanvoerder van GroenLinks-PvdA die in Europa de partij van de Groenen leidt. Bij mijn weten is dit nog nooit eerder vertoond. En om eerlijk te zijn: het is ook geen vertoning!

De aanleiding en voorgeschiedenis beginnen in de Tweede Kamer. De fracties van GroenLinks en de PvdA zijn sinds 2021 intensiever gaan samenwerken. Uit oogpunt van werkverdeling kan ik dat volgen. Maar nu wordt mogelijk binnenkort een oordeel gevraagd over de opheffing van de PvdA en daarmee komen we in een geheel nieuwe en beslissende fase. Een ’stevige’ samenwerking met GroenLinks ligt op zichzelf voor de hand en hopelijk worden daarbij ook andere centrumlinkse partijen betrokken. Maar daarvoor hoeft de zelfstandigheid van partijen niet te worden opgegeven.

Naast de electorale aspecten van een combinatie van beide partijen speelt een fundamenteel, dat wil zeggen, politiek-maatschappelijk thema. De PvdA miste de laatste decennia de aansluiting op een diep ingrijpende sociale ontwikkeling, met grote electorale gevolgen. Kort samengevat: de komst van een nieuwe klassenmaatschappij. We zien een snel opkomende nieuwe hogere middenklasse, met alle kansen; een bedreigde traditionele middenklasse, die in het tijdperk van globalisering niet heeft geprofiteerd van de welvaartsontwikkeling. En een nieuwe laagste sociaaleconomische klasse met weinig kansen, slecht werk en veel onzekerheid. In de laatste twee klassen heeft de PvdA een groot verlies geleden. Wij zien verder tussen deze klassen geen gedeeld perspectief. Het blijven gescheiden werelden.

Gelijktijdig zien we in sociaal-cultureel opzicht een verschuiving naar een samenleving waarin talent en eigen verdienste voorop staan, een meritocratie. Gelijkheid van mensen is gelijke kansen geworden, zonder de ondersteunende maatregelen om achterstand in te lopen.

De hoger opgeleiden nemen over de gehele linie het initiatief en de leiding. Ook in GroenLinks en de PvdA. Het kader en de vertegenwoordigers bestaan nu voornamelijk uit hoger opgeleiden. Van aandacht voor en deelname van praktisch opgeleiden lijkt geen plaats meer in onze partij. Ze zijn er, waarschijnlijk onbedoeld, uitgeduwd. Gelooft de leiding van de PvdA nog in haar oorspronkelijke electoraat? Of is dat idee verlaten? Als dat het geval is, rest ons traditionele electoraat niet veel meer dan afhaken of – en dat lijkt de praktijk – een overstap naar rechts, de nationalisten en populisten. Je oogst wat je zaait.

Voor zover te achterhalen spelen de volgende argumenten een rol bij de voors en tegens van een fusie.

Argumenten die worden gehoord voor een fusie:

  • Het leidt tot een grotere fractie in het parlement en meer invloed.

  • Een fusie vormt een bundeling tegen opkomend radicaal-rechts.

  • GroenLinks en PvdA stemmen als oppositiepartijen in het parlement op dezelfde wijze, er zijn feitelijk geen verschillen meer.

  • Laten we een begin maken met een nieuwe partij, want er zijn niet genoeg (jongere) leden om de partijorganisatie drijvend te houden, een nieuwe partij is passend bij dit moment. De PvdA is niet meer van deze tijd.

Argumenten die pleiten tegen een fusie:

  • De PvdA is een beginselpartij en haar identiteit en bestaansrecht zijn ontleend aan een politieke theorie, waarin beginselen als gelijkheid, vrijheid en verantwoordelijkheid, solidariteit, rechtvaardigheid en wederkerigheid zijn uitgewerkt als maatstaven voor concreet handelen.

  • De sociaaldemocratie als een van de Europese politieke hoofdstromingen moet geborgd blijven in een zelfstandige politieke partij in Nederland. In het Europees Parlement moet een Nederlandse partij aangesloten blijven bij de Europese sociaaldemocratische fractie.

  • Voor vergroting van politieke invloed zijn er voldoende alternatieven voor samenwerking met andere linkse partijen. Zoals stembusakkoord, minimumprogramma met andere partijen, een schaduwkabinet en wat verder dienstbaar is aan politieke machtsvorming.

  • Ons kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging honoreert een fusie niet. Integendeel: er ontstaat minder spreektijd in de Kamer en in verkiezingsdebatten in de media. Sociale media honoreren de beste quote en niet per se de grootste fractie.

  • Fusies vergen veel energie en mislukken ook na gedegen onderzoek niet zelden.

  • Er is een groot verschil om als gezamenlijke fractie in oppositie tegen beleid van de regeringscoalitie te stemmen, dan gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen in een regering.

GroenLinks en de PvdA hebben beide een unieke oorsprong en achterban. Het zijn niet zonder reden afzonderlijke partijen. Weliswaar beide qua politieke oriëntatie links van het centrum. Maar er zijn ook aanmerkelijke verschillen. GroenLinks is een relatief jonge partij, gevormd door vier politieke stromingen: van oorsprong een pacifistische, een communistische en twee radicaal-religieuze stromingen. In haar Beginselprogramma stelt GroenLinks “dat we niet een leidende ideologie of maatschappijtheorie hebben, maar wel enkele idealen”. GroenLinks heeft in de achterban een stevige vertegenwoordiging van de hoger opgeleiden. Dat zien we onder meer in een sterke positie in de universiteitssteden.

De PvdA heeft een traditie als volkspartij die een synthese zoekt tussen de waarden en belangen van de midden- en de arbeidersklasse. De partij is gebaseerd op de grondbeginselen van de sociaaldemocratie. De PvdA kiest nadrukkelijk voor een ideologische grondslag als kern van de politieke denkbeelden. Een politieke theorie die het fundament vormt voor haar bestaansrecht en identiteit. Waarin beginselen steeds worden getoetst op de actuele programmatische opstelling, d.w.z. het verkiezingsprogramma. Dit programma geeft de politieke prioriteiten aan en is de basis voor de opstelling van de fracties in de parlementaire organen. Het Beginselprogramma is een basisdocument voor de lange termijn. De beginselen vertegenwoordigen een onvergankelijke waarde. Het is niet onderhandelbaar, het evolueert in de tijd. De sociaaldemocratie is de lens waardoor we naar de samenleving kijken.

Welke aanwijzingen hebben we waaruit blijkt dat de voorgenomen fusie ook daadwerkelijk een doorbraak in de Nederlandse politieke verhoudingen tot stand kan brengen? In een vergelijking van de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en 2023 en voor het Europees Parlement komen een paar trends naar voren. In 2023 won de gezamenlijke lijst GroenLinks-PvdA acht zetels. Deze kwamen vooral van de andere partijen links van het centrum. Zij verloren achttien zetels en kwamen samen op 47 zetels uit, een historisch dieptepunt. Bij de Europese verkiezingen in 2024 werd de gezamenlijke lijst van GroenLinks-PvdA weliswaar de grootste, maar behaalde een derde minder stemmen dan in 2019. De onderzoeksbureaus van Ipsos en Maurice de Hond verkenden de links-rechtsschaal van het electoraat. Ze constateerden, onafhankelijk van elkaar, dat een combinatie GroenLinks-PvdA verder naar links opschuift, dus weg van het centrum.

Daarbij nog de volgende observatie: De PvdA kent historisch gezien een grote vertegenwoordiging van de arbeidersklasse. Echter, van degenen die in 2021 nog op de PvdA stemden koos in 2023 nog maar 49% voor de gezamenlijke lijst. De andere helft ging naar de partijen op rechts of bleef thuis. De centrumlinkse positie van de PvdA verloor daarmee ernstig aan betekenis en aantrekkingskracht voor kiezers die ontevreden zijn over het huidige kabinetsbeleid. Bovendien zit er een inconsistentie in de gedachtegang achter de krachtenbundeling met GroenLinks. De fusie is bedoeld om meer invloed op de politieke machtsvorming te verwerven. Maar het gevolg van de nieuwe combinatie is, zoals zojuist geconstateerd, een verdere verschuiving in het electoraat naar links. Twee tegengestelde bewegingen die lastig met elkaar te verenigen zijn.

Op de vraag of de 25 zetels voor de gezamenlijke lijst het plafond of de bodem zijn, valt nog geen definitief antwoord te geven. Maar duidelijk is wel dat de stemmen niet links van de combinatie zitten. Rechts van het centrum bevinden zich twee keer zoveel kiezers dan links. Daarmee zullen we iets moeten doen. Dat zal in de eerste plaats een diepgaand onderzoek naar de aard van het verlies van de klassieke PvdA-aanhang moeten zijn. Feitelijk had dat al veel eerder moeten plaatsvinden. Zonder inzicht in de motieven weten we onvoldoende over de stemonthouding. Kiest men voor een andere partij of ziet men af van deelname aan de verkiezingen? Er zijn allerlei vermoedens van globale waarnemingen, maar exacte feiten ontbreken. Ook is meer inzicht noodzakelijk in de motivatie van de huidige achterban van de combinatie GroenLinks-PvdA. Kan een fusie meer opleveren dan de optelsom van twee afzonderlijke partijen? Het is niet uitgesloten dat dat minder zal zijn. Bovendien is tot op heden geen verkenning gedaan naar de inhoudelijke verschillen tussen beide partijen. Op een aantal terreinen zullen verschillen niet gemakkelijk te overbruggen zijn, zoals op arbeid en een arbeidsloos inkomen. Of over de wenselijkheid van economische groei die noodzakelijk is voor de instandhouding van de verzorgingsstaat.

Een fusie van GroenLinks en PvdA heeft de middengroepen, mensen met een vakopleiding, AOW’ers en uitkeringsgerechtigden weinig te bieden. Het wordt een partij van hoger opgeleiden. Is dat wat we beogen? Dat kan toch niet het geval zijn als je ziet in welke richting de samenleving zich verder dreigt te ontwikkelen. Een eventuele fusie is begonnen met een optelsom van zetels in het parlement. Maar het is niet geënt op de ontwikkelingen in de samenleving. De fusie verkenning speelt zich vooral af in de gekozen organen en in het kader van de partij. Het is een intern debat. Voormalige leden, kiezers en voormalige kiezers maken geen deel uit van de verkenningen. De leden moeten nog wachten voordat zij mee kunnen praten over de koers van de PvdA. Er is geen goed onderzocht en doordacht voorstel over hoe de sociaaldemocratie in de toekomst haar politieke opdracht moet invullen.

Dat zou moeten gaan over een partij die arbeid en de daarop gebaseerde welvaartsverdeling als centrale opgave heeft. Die gelijkheid van mensen in alle omstandigheden als uitgangspunt hanteert. Een partij waarin vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar in balans zijn. Die lotsverbondenheid en wederkerigheid centraal stelt. Die streeft naar een brede volksbeweging, waarin mensen van verschillende achtergrond en maatschappelijke positie willen werken aan een betere samenleving. In alle geledingen en vertegenwoordigingen. Zoals dat past bij een volkspartij.

Een gefuseerde GroenLinks–PvdA versterkt elkaar als een nieuwe partij van hoger opgeleiden. GroenLinks-PvdA is in onderzoek naar thema’s de klimaatpartij van Nederland geworden. Bestaanszekerheid, wonen, onderwijs en zorg worden door de kiezer met andere partijen verbonden. En mede daardoor zijn we niet herkenbaar en relevant voor brede middengroepen van anders opgeleiden. Het is een mismatch vanuit het gezichtspunt van een nieuwe klassenrealiteit en de behartiging van de belangen van werkende mensen en uitkeringsgerechtigden. Voor wie willen we politiek maken? Zoals opgemerkt is de PvdA historisch gezien de hoeder van de belangen van de werkenden. Het zou een dramatische breuk met het verleden zijn als die missie en verantwoordelijkheid worden opgegeven.

De sociaaldemocratie als politiek ideologische stroming in Nederland heeft een partij nodig. Wordt dat een gefuseerde GroenLinks-PvdA partij? Of gaat het in de richting, zoals de beide partijvoorzitters enige tijd geleden opperden, van een “links-progressieve” partij? Maar die hebben we toch al? GroenLinks presenteert zichzelf immers zo.

Ten slotte: hoe verloopt het proces van samengaan? Voorop staat dat de PvdA-leiding sinds de verkiezingen in 2017 geen dialoog is aangegaan, op basis van gedegen onderzoek over de oorzaken van de electorale neergang. En daardoor is ook nooit gesproken over een strategie naar de toekomst. Wat begon als een proces van samenwerken en werkverdeling tussen twee fracties lijkt uit te lopen op een serieus fusieproject. Het is niet gestart met een grondige gezamenlijke verkenning over wenselijkheid en maakbaarheid, noch met een inhoudelijke en electoraal-strategisch gemotiveerde wilsverklaring van de leden dat men wil opgaan in een gefuseerde partij. Het is een top-down proces. De digitale stemprocedures hebben hierbij een grote rol gespeeld. De historische scepsis van de PvdA om bij referendum te besluiten is massaal genegeerd. Zowel landelijk als recent in de afdelingen. Dat ging ten koste van het elkaar overtuigen in argumenten en in debat. Steeds werd met digitale meerderheden, met soms een zeer beperkt aantal deelnemers, besloten de volgende stap te zetten. Echter, zodanig dat PvdA-leden die de digitale route niet volgden, geen deel uitmaakten van de discussie. Minderheden van leden hebben zo het lot van partijen waarvoor hun leden bewust hadden gekozen op een ander spoor gezet. Meningsvorming en besluitvorming lopen door elkaar, waardoor onduidelijk wordt in welke fase van het proces we zijn. Of en in hoeverre de dubbele lidmaatschappen de uitslagen hebben beïnvloed, valt moeilijk te beoordelen. Het partijbestuur heeft hiermee weliswaar een mandaat verworven, maar - laten we aannemen - ongetwijfeld onbedoeld – het voelt ook als een “stille coup”.

Ik sluit deze brief af en verzoek in het belang van de voortzetting van de dialoog om een spoedige reactie.

Met vriendelijke groet,

Wim Meijer

Garderen, 29 januari 2025


Dit is de veertiende van een serie brieven van Wim Meijer aan Joop den Uyl, in een zoektocht naar een inspirerend sociaaldemocratisch antwoord op de problemen van deze tijd.

Volgende
Volgende

Nieuwe dienstplicht samenlevingsnoodzaak (deel 2)