Beste Joop,

Wat gebeurt er met een samenleving als de balans tussen vooruitgang en verlies kantelt? Klimaatverandering, economische onzekerheid, pandemieën en sociale conflicten zetten ons steeds meer aan het denken: wat betekent vooruitgang als verlies de boventoon voert?

De Duitse socioloog Andreas Reckwitz stelt in zijn boek ‘Verluste' dat de harmonie tussen winst en verlies wankelt. Het verhaal van "morgen wordt alles beter" botst met de realiteit van vandaag. In deze brief wil ik met je verkennen hoe we, als individu en samenleving, met verlies omgaan. Want als verlies blijft escaleren, wat blijft er dan nog over om te winnen?

De vraag wordt dringend: hoe gaat het verder als de precaire verhouding tussen vooruitgang en verlies uit balans raakt? Vrijheid en vooruitgang zijn de grote beloften in de huidige tijd, maar wat betekent dat voor een samenleving wanneer die in toenemende mate geconfronteerd wordt met verliezen? Verliezen door de ingrijpende veranderingen in de arbeidsomgeving; klimaatverandering; pandemieën; oorlog en geweld; negatieve toekomstverwachtingen. Dat zijn kernvragen die de Duitse socioloog Andres Reckwitz stelt in ‘Verluste’ (Suhrkamp 2024). Zijn studie gaat over het spanningsveld tussen vooruitgang en verlies vanaf het begin van de Verlichting (eind 18e eeuw). Vanaf dat moment domineert het narratief van de vooruitgang. Gestuwd door wetenschap, technologie, economie en politiek is er een vooruitgangsdynamiek ontstaan, die in de jaren ’70 – zoals je bekend is - werd onderbroken door stagnatie en de bewustwording dat er grenzen aan de groei zijn. Maar daarvoor was vooruitgang in de politiek gaan functioneren als een belofte: “Morgen wordt het beter”.

In de visie van Reckwitz stuit de westerse samenleving echter op een paradox. We zien vooruitgangsdynamiek en gelijktijdig een escalatie van verlies. Verlies was er altijd en lange tijd was er een balans, een fragiel evenwicht tussen vooruitgang en verlies. Maar door een veelvoud van crises groeit de teleurstelling en de verloren illusies. En wie vandaag verliest heeft niet de zekerheid morgen weer te kunnen winnen. De balans dreigt door te slaan en de ervaringen met verlies nemen toe.

We kennen allemaal individueel de ervaring van verlies, het verdriet en de rouw. Maar collectieve ervaringen van verlies krijgen steeds meer een belangrijke plaats in ons leven. Mensen zien liever dat de dingen hetzelfde blijven. Veranderen doet vaak pijn en roept verzet op. Vooral als de reden tot verandering niet wordt begrepen of het voordeel niet wordt gezien. In dat geval is de huidige situatie de norm en wat daarvan afwijkt wordt ervaren als verlies.

Ervaringen van verlies kunnen een zeer uiteenlopende gedaante aannemen. Bijvoorbeeld sociale groepen die zich als verliezers beschouwen van maatschappelijke en economische ontwikkelingen. De gele hesjes vormen zo’n voorbeeld en recent bij ons de boeren, die grote aanpassingen als gevolg van milieuvoorwaarden moeten doorvoeren in hun bedrijfsvoering. Ervaring van verlies als ouders zien dat hun kinderen het niet beter zullen krijgen dan zij. Maar ook kan er sprake zijn van verlies als er negatieve veranderingen ontstaan in het klimaat of de biodiversiteit.

Midden jaren ’70 was er ook zo’n situatie tijdens jouw kabinet. In de eerste energiecrisis ontstond veel onzekerheid en moest je ingrijpende maatregelen nemen om het verbruik van energie te matigen. ''De tijd van voor de energiecrisis komt nooit weer terug", was je toelichting. Het leidde tot een groot collectief gevoel van verlies.

De sluiting van de mijnen in Zuid-Limburg woekert nu, zestig jaar later, nóg door. Jij was als minister van Economische Zaken op dat moment ervan overtuigd dat er geen toekomst meer was voor deze industrie. Je bood compensatie en er kwam een bloeiende chemische industrie én een universiteit in de regio tot stand. Maar het werd geen compensatie voor het verlies zoals dat door de getroffenen werd ervaren.

De val van de Muur in 1989 kende winnaars maar ook duidelijke verliezers. Menig bewoner van de voormalige DDR zal verzucht hebben: “Was het dan allemaal voor niets wat we hebben gedaan?”.

We leven in een periode waarin ervaringen van verlies heftiger worden. We zien de aanvallen op de rituelen, die tot de essentie van groepen in de samenleving behoren. We zien het ook terug in de heftige emoties bij ‘take back our country’ en de wereldwijde uitdrukking daarvan. Het groeiend populisme is verwant aan dit sentiment: 'De ideale situatie van vroeger moet worden hersteld'. Bij het populisme draait het om verlies, of vrees voor achteruitgang. Reckwitz karakteriseert het populisme als "verlies onderneming". Die wil afrekenen met de winnaars van de vooruitgang.

Het is buitengewoon belangrijk hoe de politiek omgaat met emoties bij ervaringen van verlies en de behoefte aan de vastheid van ritueel.

Uit mijn jeugd op het platteland ken ik nog het patroon van rituelen, vaak verbonden met de jaargetijden: de paasvuren, het vuurwerk bij de jaarwisseling, de oogstfeesten, de slachtrituelen, St. Nicolaasfeest en pakjesavond. Gebeurtenissen om naar toe te leven en gemeenschappelijk te beleven. Om uiteenlopende redenen is er groeiende kritiek op en afwijzing van dit soort gebeurtenissen: overlast, luchtvervuiling, onacceptabel lawaai, discriminatie. Maar aan de andere kant moeten we het potentieel van onvrede daarover ook niet onderschatten. En zie ook de ‘historische wonden’ in het debat over straatnamen en gedenktekens voor de ‘helden’ van het verleden.

De vraag is: hoeveel ruimte laat de tegenwoordige samenleving, en met name de politiek, voor rituelen en het koesteren van het verleden? Bijna altijd is dit soort voorbeelden aanleiding tot heftige debatten en conflict. Op zich niet erg, maar als de uitkomst slechts winnaars en verliezers oplevert, dan ligt de kiem voor het volgende conflict klaar. Oplossingen moeten gevonden worden in vormen van overleg en het zoeken naar een compromis. Soms met de overheid als bemiddelaar. Dat kan alleen als een respectvolle gezindheid van de verschillende partijen leidend is. In de wetenschap dat het niet vanzelfsprekend is dat komende generaties dezelfde – laat staan meer – welvaart en vrijheid van keuze zullen hebben. Integendeel, er valt veel te verliezen.

De sociaaldemocratie moet zich voorbereiden op die keuze, namelijk het benoemen, behoeden en bewaren van de dingen van waarde. De scheidslijnen in de politiek zullen veranderen en we zullen selectiever moeten worden in onze keuzes. Waarbij we moeten voorkomen dat verlies het eindpunt is, want als mensen voor hun verlies geen erkenning voelen ontstaat een blokkade tegen het delen van de pijn van het verlies. Dat loopt niet via het aandragen van rationele oplossingen. Politiek leiderschap vraagt vandaag veel empathie en het vermogen om door te dringen tot het verlies en verdriet van de burger: “Ik heb je gehoord en gezien.” Door verantwoordelijkheid te nemen waardoor degenen die pijn lijden, ervaren dat we samen verder kunnen. Want als dat niet de norm wordt in de nieuwe werkelijkheid, dan kunnen explosies ongekende vormen aannemen.

De ambitie, Joop, in vooruitgang moeten we nooit opgeven. Maar we zullen het politieke vermogen om met verlies om te gaan ingrijpend moeten versterken. Dat is een grote uitdaging, maar in de woorden van Reckwitz ook een kans, namelijk inzet op bescherming van kwetsbaarheid en versterking van onze democratie. En meer weerbaarheid om verlies in de samenleving te kunnen doseren en opvangen. In de nabije toekomst moeten we rekenen op meer tegenslag en catastrofe. En de vraag is of we in voldoende mate in staat zijn met verlies om te gaan of dat we het ontkennen of verdringen.


Dit is de zestiende van een serie brieven van Wim Meijer aan Joop den Uyl, in een zoektocht naar een inspirerend sociaaldemocratisch antwoord op de problemen van deze tijd.

Vorige
Vorige

PvdA op een kruispunt: fusie of fundamentele heroriëntatie?

Volgende
Volgende

Rechtvaardigheid en solidariteit