Beste Joop,
Eenzaamheid was ooit het domein van ouderen. Maar vandaag zien we het overal: onder jongeren, werkenden, studenten. En het is niet alleen een sociaal of medisch vraagstuk. De stille epidemie van eenzaamheid begint zich te nestelen in het hart van onze democratie. Wat gebeurt er met een samenleving als te veel mensen zich structureel buitengesloten voelen?
Heel lang was eenzaamheid dus verbonden met de 75+ generatie en vooral oudere alleenstaande mensen. Dat valt ook heel goed te verklaren. Op een zekere leeftijd nemen de contacten af. Je werkt niet meer, de sociale omgeving verandert, naasten en vrienden overlijden. Eenzaamheid loert om de hoek.
Maar het vraagstuk is gecompliceerder dan het op het eerste gezicht lijkt. Ik werd er, enkele jaren geleden, indringend mee geconfronteerd tijdens een discussie in mijn partijafdeling. Het ging over de toename van eenzaamheid bij jongeren in het voortgezet onderwijs. Twee leerkrachten gaven een inkijk in hun ervaringen en de symptomen. Zoals apathie, afsluiting, naar binnen gekeerd gedrag, gevoelens van overbodigheid bij een steeds grotere groep tieners.
Ik schrok van zoveel negatieve ervaring aan het begin van een leven, maar het was ook een wake-up call. Ik ben sindsdien over dit fenomeen gaan nadenken en heb bronnen met informatie opgezocht. Hoe kan het dat in deze tijd met een overvloed aan informatie en communicatiemogelijkheden zoveel jonge mensen vereenzamen? Wat is de oorzaak van de discrepantie tussen gewenste en daadwerkelijke verhoudingen en betrekkingen van individuen in een groep of een netwerk?
Joop, wanneer slaat saamhorigheid – iedereen meenemen – om in een geatomiseerde en gefragmenteerde samenleving, waarin je het vooral zelf moet uitzoeken? Misschien romantiseren we het verleden iets te veel en zijn we te sceptisch ten opzichte van de goede kanten van het huidige tijdsgewricht. Maar een feit is dat er een stortvloed aan onderzoeken voorhanden is naar oorzaak, toename en gevolgen van eenzaamheid.
Globaal worden er drie vormen van eenzaamheid onderscheiden: individuele eenzaamheid, eenzaamheid onder oudere mensen en collectieve eenzaamheid, waarbij identificatie met een groep niet meer wordt ervaren. Eenzaamheid ontstaat veelal niet door een enkele oorzaak, maar is de uitkomst van een complexe combinatie van individuele, intermenselijke en maatschappelijke factoren. De symptomen uiten zich in een negatief zelfbeeld, fysieke en psychische klachten, chronische eenzaamheid. Ook over de omvang van eenzaamheid zijn steeds meer gegevens uit onderzoek bekend. De uitkomsten wisselen, maar ruwweg een kwart van de Nederlanders boven de 15 jaar zegt zich regelmatig eenzaam te voelen. Daarvan geeft 1 op de 10 aan sterk eenzaam te zijn. En 4 op de 10 jongeren voelt zich vaak eenzaam. De omvang neemt op deze wijze epidemische vormen aan. En hier en daar valt de term ‘nieuwe volksziekte’, misschien wel vergelijkbaar met de gevolgen van roken of obesitas. Een ding wordt steeds duidelijker: deze toename heeft grote gevolgen voor de gehele samenleving, onze gemeenschappen en onze politiek. Voordat we die gevolgen verder verkennen eerst iets meer over de oorzaken.
In een groot deel van de 20ste eeuw was sprake van een groeiend en samenbindend gemeenschapsleven. De sportverenigingen, buurthuizen, bibliotheken, het verenigingsleven, de vakbonden maakten een sterke groei door. Vanaf eind jaren ’70 begon een periode waarin de trend van individualisering krachtig doorzette. De betrokkenheid bij gemeenschapsorganisaties nam af. Amerikaans onderzoek wijst naar twee belangrijke oorzaken – de auto en de tv – en toont aan dat in 20 jaar een daling van de gemiddelde tijdsbesteding aan sociale activiteiten ontstond van 30%.
Meer in het algemeen zien we dat de traditionele bronnen voor onderlinge relaties, zoals de kerken, zijn afgenomen. We moeten zelf meer uitzoeken en bepalen hoe we ons leven invullen. Tegelijk moeten we aan meer verwachtingen voldoen in onze relaties, op het werk of in het gezin. En we verkeren in een periode van een allesoverheersende nadruk op de vrije keuze, waarbij het eigen belang vaak voorop staat.
Eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen zijn. En het kan zich in iedere levensfase voordoen. Niet alleen bij ouderen, maar ook bij jongeren tijdens hun studie. Of volwassenen tijdens een scheiding of een ernstige ziekte. Het uit zich in stress, vertwijfeling, oplopend tot depressie, angst of uiteindelijk suïcidale neigingen. Het onderwerp is zeer explosief. Eenzaamheid wordt vaak gemedicaliseerd en daar kunnen bepaalde symptomen ook alle aanleiding toe geven, maar voor een meer compleet beeld van de oorzaken kunnen we niet voorbij aan dieperliggende maatschappelijke oorzaken.
Er is door het Sociaal en Cultureel Planbureau waardevol onderzoek gedaan naar de complexe problemen rond eenzaamheid. In 2018 verscheen het rapport ‘Kwetsbaar en eenzaam’ en in 2023 ‘Zicht op zorgen’. De rapporten bieden inzicht in trends, verschillen tussen groepen en risicokenmerken. Heel duidelijk wordt dat een stapeling van problemen, zoals schulden, geen werk, gezondheid of een lage opleiding de basis leggen voor eenzaamheid. Emotionele eenzaamheid met het gevoel van ‘leegte’ of er alleen voor staan. Of sociale eenzaamheid die zich uit in geen vertrouwen of verbondenheid met andere mensen.
Eenzaamheid, zo wordt duidelijk, hangt samen met het gevoel van sociale bedreiging en het gevoel van buitengesloten zijn. Het is niet alleen een persoonlijk noodlot, maar zoals we eerder zagen, een breder maatschappelijk probleem met gevolgen voor gezondheid, zelfredzaamheid en maatschappelijke verbindingen.
En niet in de laatste plaats raakt het ook aan de fundamenten van de democratie. En daar leveren een tweetal onderzoekingen in Duitsland ons een belangrijk inzicht in de ontwikkelingen. In november 2024 publiceerde de Bertelsmann-Stiftung - een instituut voor studie en strategie - de uitkomst van een onderzoek naar eenzaamheid bij 16- tot 30-jarigen. De helft van die generatie voelt zich eenzaam of sterk eenzaam en is ontevreden met de democratie in Duitsland. Het ontbreekt aan geloof dat het loont om je met de samenleving te engageren en ook om verwachtingen te hebben van politieke en maatschappelijke veranderingen. Eenzaamheid is daarom niet alleen een individueel en sociaal probleem. Hier ligt de relatie met de democratie. Het geldt voor de landelijke politiek, maar ook voor de lokale omgeving. De sterk eenzame jonge generatie gelooft niet iets te kunnen veranderen. Hier zien we dat de ervaring om over een langere tijd niet gehoord te worden het gevaar vergroot dat mensen zich afwenden van de politiek. Eenzaamheid als persoonlijk gevoel kan een politiek probleem worden. Ook als we kijken naar ondervraagden die zich niet eenzaam voelen. Ruim 40% twijfelt of door te handelen iets in beweging is te krijgen. En ruim een derde uit deze groep denkt geen invloed te kunnen uitoefenen. Het zijn indrukwekkende cijfers van een komende generatie over de staat van de democratie in Duitsland. Ze voelen zich niet gehoord en gezien en hebben niet het gevoel erbij te horen. Er is natuurlijk ook een andere kant, waarin jongeren op heel wat fronten meer dan ooit het initiatief nemen. In communicatie in de digitale wereld bijvoorbeeld of in de acties tegen ecologische bedreigingen of oorlogsgeweld. In kunst en cultuur. In een andere invulling van de balans tussen werk, zorg en vrije tijd. Het is dus niet zwart-wit, maar wel een versterking van feitelijke en gevoelde ongelijkheid van kansen, kwaliteit van leven en het gevoel van maatschappelijke aansluiting.
Eenzaamheid, Joop, is een persoonlijk gevoel, maar kan een politiek probleem worden waar een samenhang ontstaat tussen eenzaamheid en vertrouwen in de democratie. We zien nu een groeiende ruimte voor politieke vervreemding en radicalisering. En daarover geeft een tweede onderzoek, namelijk Leipziger Autoritarismus-Studie 2024 met de publicatie ‘Vereint im Ressentiment’ nog meer inzicht. Een project van de Universiteit van Leipzig, dat vanaf 2002 om de twee jaar de stemming over een politieke of maatschappelijke ontwikkeling peilt. Ook daar wordt een verband vastgesteld tussen eenzaamheid, onmacht en de wens om eenduidige oplossingen te versterken. De samenleving verkeert in een ‘crisismodus’ die samenhangt met migratie, ecologische ontwrichting, pandemie, oorlog, wereldhandel. En het houdt niet op. In crisistijden groeit veel scepsis over het gebrek aan competentie voor oplossingen. Eenduidige, eenvoudige en hiërarchische ordening in een complexe plurale wereld, dat wil zeggen het zoeken van een toevlucht tot autocratische structuren, wordt dan aantrekkelijk. Het gevaar van een gemeenschap, waarin individuen steeds meer van elkaar geïsoleerd raken en het gemeenschapsleven verzwakt, is een bodem waarop een totalitaire heerschappij kan groeien. Het Leipziger onderzoek spreekt van een groeiend antimodern ressentiment. Er is een samenhang tussen zich buitengesloten voelen, eenzaamheid, autocratie, samenzweringstheorieën, bereidheid tot geweld en rechtsextremisme. En zo komt vanaf de rand het extreem-radicalisme in het midden van de politiek.
Naar eenzaamheid, de oorzaken, de complicaties en de gevolgen wordt veel onderzoek verricht. Het thema staat ook op de agenda van de landelijke overheid en van veel gemeenten en maatschappelijke instellingen. Er worden plannen ontwikkeld tot bestrijding van eenzaamheid. Maar er is ook een ander aspect dat direct de aandacht van de politieke partijen vraagt. Namelijk het verband tussen eenzaamheid en politieke vervreemding, een toenemend ongeloof in de werking van de democratie. En de groeiende overtuiging dat de politici, de partijen, de bestuurders en de bureaucratie je niet zien staan. Dat je geen enkele toegang tot de wezenlijke besluitvorming hebt, ook niet als het om je directe omgeving gaat. Kortom, dat je bent buitengesloten. Hoe eenzaam kun je worden?
De Bertelsmann-Stiftung komt in haar studie op het eind tot een simpel maar helder advies. Er is werk aan de winkel. Laagdrempelig en op de plaatsen waar jongeren zich bevinden. Dit moeten de politieke partijen zelf oppakken. Dit kunnen ze niet uitbesteden. Samen de middelen zoeken en vrijmaken. Het gaat om niet minder dan het behoud van een geloofwaardige en door de burgers gedragen democratie. De politiek moet contact zoeken, iedere partij op eigen wijze. Herstel hun gevoel van waardigheid, geef mensen een oor en een stem. Ze moeten gezien en gehoord worden. Zich niet losgekoppeld voelen of zijn van de jongeren die het wél maken. Het is absoluut noodzakelijk om op grote schaal laagdrempelige vormen van politieke participatie – analoog en digitaal – open te stellen en open te houden.
Joop, we kunnen dus vaststellen: eenzaamheid is niet langer alleen een individueel gevoel aan de zijlijn, het dreigt een splijtzwam van onze democratische samenleving te worden. Willen we het tij keren, dan moeten politieke partijen – van lokaal tot landelijk – zich opnieuw verhouden tot hun burgers. Niet met loze beloften, maar met échte verbinding. Niet vanaf de zijlijn, maar midden in de gemeenschap. Want wie zich niet gezien voelt, keert zich af. En daar ligt de werkelijke dreiging.