Brief van Reshma aan Frans

Hartenkreet en raadgeving: “Willen wij als sociaaldemocraten het vertrouwen terugwinnen, dan moeten wij werken aan sociaal-culturele thema’s die draaien om onze gedeelde normen, waarden en vrijheden."


Beste Frans,

Onlangs zag ik je in Leiden een vurig pleidooi houden voor een sterk Europa en een Verenigd Links. Je sprak met passie over een huis met verschillende kamers, waarbij iedere kamer zijn eigen geluid heeft, omdat dat kan en moet kunnen. Samen één brede beweging, met oog voor verschillende meningen. "Wij zullen altijd verdeeld blijven over bepaalde thema’s... en die verschillen mogen er zijn," zo stelde je.

Je zou denken, nu gaat het echt gebeuren. Althans, dat is de hoop die je koestert, omdat een verenigd links ons meer zou brengen dan deze radicaal-rechtse coalitie en daar zijn alle sociaaldemocraten het over eens.

Maar terwijl jij jouw pleidooi houdt, rijst bij mij de vraag: Hoe verenigd links waren wij ooit als PVDA?

Toen ombudsteams van de PVDA, lang vóór het toeslagenschandaal bekend werd, aan de bel trokken bij Kamerleden... was er geen gehoor.

Toen Lodewijk Asscher naar Denemarken ging om te leren van hun migratieaanpak en dit terug naar Nederland bracht… verdween dat document in een la.

Maar hoe diep mogen die verschillen zijn?

Was er in het grote linkse huis ooit oprecht ruimte voor verschillende opvattingen? Nee, die ruimte was er niet en zal er ook straks niet zijn. En waarom? Want sommige onderwerpen vinden wij te lastig, te gevoelig, en daar denken wij te verschillend over binnen onze eigen partij. Een veelheid aan meningen leidt tot onverschilligheid. En is die onverschilligheid niet het resultaat van de staat van links Nederland vandaag de dag?

Iets wat velen van ons als links ook een beetje in zich hebben: Wij willen het braafste jongetje/meisje van de klas zijn, omdat we solidair willen zijn. We benoemen dingen niet omdat we geen polarisatie willen en daardoor hebben we soms geen mening. En zodra er sprake was van conflicterende belangen in de achterban adviseerden de spindoctors voorzichtigheid: "Brand je vingers er niet aan."

Die onverschilligheid en voorzichtigheid heeft radicaal rechts de ruimte geboden om zo groot te worden. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa.

En wat betreft sociaal-economische keuzes...

Die voorzichtigheid om moeilijke keuzes te maken, ontbrak bij ons op andere terreinen. Omwille van macht en consensus hebben we domme keuzes gemaakt… en wel snel. Denk aan de decentralisaties, de privatisering van de woningmarkt, en de inkomensafhankelijke zorgpremie, die na protest van o.a. Hans Wiegel, onder leiding van Diederik Samsom binnen enkele dagen werd teruggedraaid door kabinet Rutte II. Wat een fout was dat.

Gelukkig zijn we tot inkeer gekomen. Die fout maken we nooit meer. Intussen hebben andere partijen onze kernwaarden overgenomen en die partijen zitten niet alleen aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Bestaanszekerheid is nu voor vele partijen een thema. (en wij worden er niet meer op vertrouwd).

Waar we wel voorzichtig zijn, is op sociaal-cultureel vlak.

Zoals ik eerder zei, we willen geen polarisatie. We willen geen mensen uitsluiten. Dat is het gevoel dat steeds opkomt bij sociaaldemocraten. Waar rechts zich met gemak racistisch of discriminerend uitlaat, willen wij ons daar niet mee inlaten… en laten we het liever zo.

Betekent dit dan dat we op sociaal-cultureel vlak geen visie moeten hebben? Natuurlijk niet! Juist wel.

Ik begin bij mijn moeder. Onlangs wilde ze een kledingstuk ruilen bij een winkel waar bijna alle medewerkers Engels spreken. Ze vroeg zich hardop af: "Waarom kan ik in mijn eigen land niet gewoon Nederlands spreken?"

Ik spreek ook mensen van wie de roots in Nederland liggen, die zich steeds minder herkennen in hun eigen land. Gedeelde normen, waarden en tradities waarin zij en hun families zijn opgegroeid, lijken naar de achtergrond verdwenen… terwijl religieuze en conservatieve krachten in bepaalde delen van het land het straatbeeld, de werkvloer en de omgang met anderen domineren. "Ik voel me een vreemdeling in mijn eigen land," zeggen die mensen me.

Tegelijkertijd voelen mensen met een andere culturele achtergrond die geboren en getogen zijn in Nederland zich altijd al als vreemdeling behandeld. Een eerlijke kans op een stage of baan is voor velen niet vanzelfsprekend, en zelfs als ze die kans krijgen, is doorgroeien vaak een illusie. Ik kan daarover meepraten. En dan hoor je mensen die op mij lijken zeggen: "Reshma, of je nu rechts of links bent, ze zijn allemaal hetzelfde. Rechts ziet je als vijand, en links ziet je als slachtoffer… de redder in nood, maar nooit als gelijke." En dat is precies wat die foto van jou, Frans, met de jonge dames met hoofddoek in mij opriep… Ik was overigens niet de enige die dat vond, velen met mij.

Ik heb net dus twee type kiezers beschreven met een totaal andere blik op en ervaring in onze samenleving. Aan de ene kant heb je de oer-hollandse die zich niet meer herkent in eigen land en de ander met een bi-culturele achtergrond die zich niet volledig geaccepteerd voelt in eigen land. Beiden zijn waar, omdat mensen dat nu eenmaal zo voelen en ervaren.

Overigens is het een misverstand dat de radicaal-rechtse kiezer altijd wit en mannelijk is. Men vergeet dat een deel van deze kiezers een biculturele achtergrond heeft. Het stemgedrag van mensen met een biculturele achtergrond past niet meer in het linkse hokje. Dat is lang niet meer het geval.

Mijn islamitische slager zei het treffend: "Reshma, al die mensen – van links tot rechts – zijn racisten, alleen Geert Wilders komt daar eerlijk voor uit. Mijn dochter wacht al tien jaar op een woning, en dat vind ik belangrijk. Daar kan hij wat aan doen."

In zijn woorden zie je dat op sociaal-economisch vlak wij totaal niet zo verschillend zijn, maar eigenlijk dezelfde zorgen delen: een dak boven je hoofd, een goed vangnet, onderwijs, werk, en voldoende inkomen. Iedereen wil bouwen aan een goede toekomst voor zichzelf en hun naasten. Dat is wat ons bindt.

Om een brug te slaan tussen die parallelle samenlevingen, moeten we eerst de vraag beantwoorden: Wat voor land willen wij samen zijn? Wat zijn onze gedeelde normen en waarden? Vrijheid, solidariteit, en gelijkwaardigheid gelden voor ons allemaal, maar hoe voorkomen we dat groepen enkel plek voor zichzelf opeisen en andere groepen datzelfde recht misgunnen? Durven we grenzen te stellen en verantwoordelijkheid te nemen? Durven we onze rug recht te houden voor het algemeen belang, en niet voor het belang van een individu of een groep?

Een eerste stap is dat we elkaar moeten zien, zonder te oordelen.

Als sociaaldemocraten schreeuwen we van de daken dat vluchtelingen een plek moeten krijgen in ons land en radicaal rechts roept dat de wooncrisis de schuld is van vluchtelingen. Dat laatste is pertinent onwaar, maar door je alleen te richten op de zorgen van vluchtelingen in dit debat sla je ook de plank volledig mis. Nederlanders snakken ernaar dat links zich ook hard maakt voor hen en hun kinderen. Mensen, ook werkenden, wachten jaren op een woning, slapen in hun auto en hebben een sportabonnement om te douchen. En dit is de realiteit voor veel mensen. Dit is net zo urgent als de opvang van vluchtelingen. Snappen wij dat er grenzen zijn aan solidariteit, en dat deze nooit ten koste mag gaan van de mensen in ons eigen land? Nederlanders zijn echte sociaal bewogen mensen, kijk maar naar de kracht die juist in de kwetsbaarste wijken aanwezig is, waar mensen elkaar helpen. Dat is bewonderenswaardig.

Terug naar dat huis met de verschillende kamers waar jij het over had Frans. In een huis kunnen niet oneindig veel mensen wonen, en er zijn regels nodig die ervoor zorgen dat we samen door die ene deur kunnen.

Laten we strijden voor een samenleving waarin buitenlandse en conservatieve invloeden niet de overhand krijgen. Laten we vechten voor een open, seculiere samenleving waarin vrijheid van meningsuiting en individuele emancipatie de fundamenten zijn van onze democratie. Waar artistieke, journalistieke en academische vrijheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Nederlanders hebben hier zorgen over.

Dit is onze opdracht. Nederlanders moeten zich weer gehoord voelen door links Nederland. Willen wij als sociaaldemocraten het vertrouwen terugwinnen, dan moeten wij werken aan sociaal-culturele thema’s die draaien om onze gedeelde normen, waarden, en vrijheden. Zolang we hier niet over spreken en het land ingaan met nieuwe jasje, typisch oude PvdA-filmpjes en foto’s, zullen we nooit de grootste worden en blijven... en kunnen we dus ook geen werk maken van de sociaaleconomische thema’s die ons echt aan het rode hart gaan.

Met rode groet,

Reshma

Vorige
Vorige

Vernieuwen ja, fuseren nee

Volgende
Volgende

Manifest “Meer over Rood”: Voor een vernieuwde sociaaldemocratie